Eind oktober zijn in Genk drie enorme Archimedesschroeven geplaatst in de nieuwe gecombineerde pompinstallatie en waterkrachtcentrale langs het Albertkanaal. Deze installatie zorgt ervoor dat de scheepvaart vlot en veilig blijft verlopen ongeacht de wateromstandigheden. Bovendien kan er groene stroom worden opgewekt en wordt water optimaal gerecupereerd. Met een diameter van 4,3 meter en een lengte van 28 meter behoren deze schroeven tot de grootste ter wereld voor dergelijke toepassingen.
Aan het sluizencomplex van Genk langs het Albertkanaal bouwt De Vlaamse Waterweg een gecombineerde pomp- en waterkrachtcentrale. De pompen zorgen er aan de ene kant voor dat het water in het Albertkanaal ook in periodes van droogte op peil blijft en dat waterbesparende maatregelen aan andere watergebruikers zoveel mogelijk vermeden worden. Aan de andere kant wekt de installatie bij voldoende waterbeschikbaarheid duurzame energie op.
Door de toenemende klimaatverandering wordt Vlaanderen steeds vaker geconfronteerd met wisselende waterstanden. Met het Sigmaplan, de rivierverruimingswerken aan de Maas, het strategisch plan Ruimte voor Water Dendervallei, het plan Weerbare Westhoek, de bouw van gecombineerde pompinstallaties en waterkrachtcentrales op de sluizen van het Albertkanaal … wil De Vlaamse Waterweg – met steun van de Vlaamse regering – zowel het risico op overstromingen als problemen door droogte verminderen.
De Vlaamse Waterweg moet noodgedwongen maatregelen nemen om het waterverbruik van het Albertkanaal en de Kempense kanalen te beperken. In eerste instantie worden tijdelijke of gedeeltelijke beperkingen voor de scheepvaart opgelegd. Binnenschepen worden bijvoorbeeld gegroepeerd geschut, maar hierdoor ontstaan wachttijden aan de sluizen. Bij extreme droogte moet de diepgang worden beperkt. Schepen mogen dan minder vracht laden waardoor ze minder diep in het water liggen. Naargelang het wateraanbod moeten ook beperkingen op de waterafnames uit het kanaal worden opgelegd. Al deze maatregelen hebben een negatieve impact, zowel voor de economie als voor het milieu, en ze kennen ook hun grenzen.
“Als waterwegbeheerder zien we het als een uitdaging om onze waterwegen optimaal aan te bieden aan al onze stakeholders”, vertelt Liliane Stinissen, woordvoerder van De Vlaamse Waterweg. “We willen erover waken en ervoor zorgen dat zowel onze infrastructuur als de dienstverlening aan alle gebruikers van onze waterwegen klantgericht en van de hoogste kwaliteit zijn. Bovenal willen wij waterwegen aanbieden die betrouwbaar zijn en die een vlotte en veilige binnenvaart mogelijk maken. En dus ook zorgen voor een voldoende wateraanbod ook in periodes van waterschaarste.”
En daar speelt de bouw van pompinstallaties op de sluizencomplexen van het Albertkanaal een belangrijke rol in. De gecombineerde pompinstallaties-waterkrachtcentrales op de zes sluizencomplexen (Olen, Ham, Hasselt, Diepenbeek en Genk) zijn een mooi voorbeeld van waterrecuperatie. Water dat gebruikt wordt voor het versassen van schepen kan tijdens periodes van waterschaarste terug naar het bovenpand worden gepompt waardoor het schutverlies beperkt blijft. Hierdoor moet De Vlaamse Waterweg geen of minder maatregelen nemen om het waterverbruik van de kanalen te beperken.
Bovendien genereren deze installaties groene stroom wanneer er voldoende water beschikbaar is. Liliane Stinissen: “Bij het turbineren worden de schroeven aangedreven door het water dat bovenaan instroomt. De hoeveelheid water wordt geregeld door een grote klep. Om de schroeven op een vooraf bepaald toerental te houden worden ze afgeremd omdat ze anders blijven versnellen. De motor die nu dienst doet als generator zet de ‘remenergie’ om in ‘elektrische energie’. De groene stroom wordt in eerste instantie zoveel mogelijk gebruikt voor de sluiswerking zelf, het overschot wordt op het openbaar elektriciteitsnet geïnjecteerd. Aan het maximaal debiet van 15m³/sec wordt er per waterkrachtcentrale 1 megawatt aan groene stroom opgewekt, dus als de 3 schroeven van een waterkrachtcentrale aan maximaal debiet in werking zijn.”
De drie enorme Archimedesschroeven werden geplaatst in de vijzelgoten. Deze vijzels vormen het ‘hart’ van de centrale en behoren met een diameter van 4,3 meter en een lengte van 28 meter tot de grootste schroeven ter wereld voor een dergelijke gecombineerde toepassing. Elke combinatie vijzel en vijzelgoot weegt 95 ton en elk van de vijzels kan 5 m³ water per seconde over een hoogte van meer dan 10 meter oppompen. Dat hoogteverschil maakt het mogelijk om energie uit waterkracht op te wekken, wat bijdraagt aan de Vlaamse doelen voor hernieuwbare energie.
De installatie in Genk wordt gebouwd door de Tijdelijke Handelsvereniging Eureka (EQUANS-HYE nv). De schroeven worden gebouwd door de firma Vandezande uit Diksmuide. De totale kostprijs van het project bedraagt 7,5 miljoen euro en de werken zullen naar verwachting afgerond zijn tegen de zomer van 2025.