Kanaaldok B2, ter hoogte van De Zouten en het Reigersbos, is 48 meerpalen rijker. Hierdoor beschikt het kanaaldok nu over een volwaardige en veilige wachtplaats en wordt de kaaimuur beter beschermd. Voor de bevestiging van de meerpalen maakte hoofdaannemer De Brandt gebruik van staafankers, geleverd door Dywidag Systems International (DSI). “Gezien de beperkte hellingsgraad waarin geboord moest worden, bleken staafankers een betere oplossing dan grondankers op basis van strengen”, vertelt Piet Vandaele, business manager bij DSI.
Uiteindelijk werden er 48 meerpalen geplaatst, met telkens twee staafankers per meerpaal.
Vier kleine bolders over een kaaimuurlengte van circa 1.200 m. De afmeervoorzieningen aan Kanaaldok B2 ter hoogte van de Zouten en het Reigersbos bleken al lange tijd ruimschoots onvoldoende, met als gevolg dat binnenvaartschepen zich langsheen de kaaimuur afmeerden met behulp van spudpalen en zo schade toebrachten aan de wand. Om dit probleem tegen te gaan besloot Havenbedrijf Antwerpen om nieuwe meerpalen te plaatsen achter de bestaande kaaimuur. “Initieel moesten er 50 meerpalen geplaatst worden ter hoogte van de bestaande kaaimuur”, vertelt Piet Vandaele. “Die meerpalen moeten verankerd worden door middel van grondankers en dat kan op verschillende manieren. Het oorspronkelijke idee was om te verankeren door middel van grondankers op basis van strengen. Die kan je makkelijk plaatsen als ze onder een bepaalde hoek zitten zodat de ankers onder hun eigen gewicht in het boorgat glijden.”
Maar die methode leek in dit project niet de juiste te zijn. Piet Vandaele: “Als de strengen onder een te kleine hoek zitten, dan is er te weinig val om te glijden en moet de bundel kabels geduwd worden. En dat is allesbehalve evident. Havenbedrijf Antwerpen had het mogelijke probleem gedetecteerd en contacteerde DSI voor advies. Als leverancier is het uiteraard fijn als je erkenning krijgt en gehoord wordt. De hoek van 16 tot 20 graden was inderdaad te flauw om met strengen te werken. Staafankers kwamen al snel als oplossing uit de bus. Dat zijn massieve stalen staaf (57,5 mm dik) met schroefdraad, die met behulp van een ankerplaat en een moer worden bevestigd.”
Staafankers zijn massieve stalen staaf (57,5 mm dik) met schroefdraad, die met behulp van een ankerplaat en een moer worden bevestigd.
Naast stijf- en stevigheid hebben staafankers nog een groot voordeel. “Staafankers worden namelijk vanuit de fabriek aangeleverd met corrosiebescherming errond. Die bescherming bestaat uit een kunststof omhulsel, gevuld met grout. Dit biedt ons als leverancier meer beschermingszekerheid dan strengankers, waarbij de strengen verzameld zitten in een kunststoffen buis die achteraf met een mengeling van water en cement gevuld wordt. Daar heb je als leverancier dus geen controle op.”
Uiteindelijk werden er 48 meerpalen geplaatst, met telkens twee staafankers per meerpaal. Een bijkomende opdracht voor DSI was het meten van de kracht die op ankers terechtkomt. Wanneer een schip aanmeert, worden de meerpalen aan een trekkracht onderworpen. En het is die kracht die gecompenseerd/geneutraliseerd wordt door de ankers. Piet Vandaele: “Om die krachten te meten moesten er ankerkrachtsensoren geplaatst worden. In totaal worden in Kanaaldok B2 drie meerpalen, en dus zes ankers, gemonitord. In België wordt ankerkracht relatief weinig gemonitord, maar het is de kracht van DSI dat we ook die ankerkrachtmeetcellen kunnen aanbieden, inclusief temperatuursensoren. Want ook de watertemperatuur heeft invloed op de gemeten kracht.”
Staafankers worden namelijk vanuit de fabriek aangeleverd met corrosiebescherming errond.
Wat DSI aanbiedt is een totaalpakket. “Naast de levering en de monitoringsystemen behoort ook opvolging tot ons dienstenpakket. In dit project gebeurt de opvolging door de opdrachtgever zelf, maar ook DSI kan dit voor zijn rekening nemen. Zo kunnen we alles centraliseren in een cloud en bieden we een volledige service met metingen en monitoring van de ankerkrachten en temperatuur. Dat totaalpakket is zeker de grote sterkte van DSI. Hoewel we wereldwijd vestigingen hebben met gedeelde expertise, blijven we lokaal toch zeer bereikbaar voor gefundeerde raad en daad. Onder andere met twee deskundige aanspreekpunten in België”, besluit Piet Vandaele.