Maai mei niet? Langs wegen is het soms net wél maaien in mei

Mei is klassiek een maand waarin het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) meer vragen van burgers krijgt over het onderhoud van bermen. Afhankelijk van het type berm, wordt er niet of net vaker gemaaid.

Bij het Meldpunt Wegen komen deze dagen geregeld meldingen binnen over het gras in de bermen. Mensen willen extra maaibeurten of net andersom: ze vragen om het gras ongemoeid te laten in het kader van ‘Maai Mei Niet’. Waar en wanneer AWV maait, hangt af van het type berm en of er al dan niet een risico is voor de verkeersveiligheid.

Ecologisch bermbeheer

Dat AWV wel maait in mei is niet uitzonderlijk. Hoewel de richtlijnen uit het zogenaamde Bermbesluit zeggen dat er pas na 15 juni een eerste keer gemaaid kan worden – met eventueel een tweede keer na 15 september – kan het net interessanter zijn voor de biodiversiteit van een berm om vroeger op het jaar te maaien.

Hoe zit dat precies? Het Bermbesluit wil kruiden en bloemen de kans geven om goed te groeien in de lente, en ze beschermen tegen maaibeurten. Maar vele bermen zijn erg grassig, en net gebaat bij extra maaibeurten, ook voor 15 juni. Om de bodem te laten verschralen en kruidige vegetatie net meer kans te geven te groeien, moeten de grassen wijken en – belangrijk – meteen na het maaien opgeruimd worden. Schapen – zoals men die in de bermen langs de E17 in Waasmunster – zijn een alternatieve manier om grassen in te dijken.

Om een uitzondering te krijgen op de termijnen opgelegd in het Bermbesluit, moet AWV een ecologisch bermbeheerplan opmaken, met maaidata aangepast aan het type vegetatie in de berm. Dat plan is ook steeds goedgekeurd door het Agentschap Natuur en Bos (ANB).

Een andere reden waarom er af en toe gemaaid wordt in mei, is de verkeersveiligheid. Vooral fietspaden kunnen overgroeid raken door lange grassen uit de bermen ernaast. 

Meer wilde orchideeën 

Ecologisch bermbeheer loont, zo toont bijvoorbeeld de stijging in kruidachtigen zoals wilde orchideeën, beemdkroon of ratelaars op bermen waar aan verschraling werd gewerkt. Meer bloemen en kruiden zorgen ook voor meer overlevingskansen voor dieren in bermen door een toename van schuilplaatsen en voor meer voeding voor wilde bestuivers zoals bijen en vlinders.

Tegelijk ziet ook AWV meer invasieve exoten zoals de Japanse duizendknoop en de reuzenberenklauw. De gevaarlijke reuzenberenklauw wordt verwijderd nog voor die in bloei komt.