Hoe Vlaanderen inzet op innovatie en samenwerken voor de mobiliteit van morgen

We kunnen er niet naast kijken. De mobiliteitswereld is in volle beweging, sterk gedreven door technologische ontwikkeling. De elektrische fiets verandert op zijn eentje de manier waarop we ons verplaatsen, ons voertuigenpark elektrificeert in een sneltempo, auto’s rijden binnenkort zelfstandig rond en digitale oplossingen maken van mobiliteit meer en meer een dienst. Een dienst waar het bezit van een vervoersmiddel er op termijn niet meer toe zal doen.

Het belang daarvan staat buiten kijf. Elke persoon of bedrijf is immers dagelijks bezig met verplaatsing en bereikbaarheid, kortom mobiliteit. Mobiliteit lijkt misschien wat op zichzelf te staan maar is vandaag de dag evenzeer een schakel in de oplossingen voor de klimaatadaptatie en -mitigatie. Mobiliteit is een essentiële schakel voor de actieve betrokkenheid in de samenleving én maakt deel uit van een gezonde (of minder gezonde) levensstijl.

Als nauw betrokkene stel ik vast dat onze maatschappij volop in transitie is naar een hernieuwbare, sterk technologie gedreven en geconnecteerde economie. Deze transitie biedt kansen voor transport en vervoer over de weg maar ook over het water. Daarbij moeten we rekening houden met wie niet of moeilijker mee kan. We gaan dus nog meer aandacht moeten hebben voor een totale aanpak, van infrastructuur tot gedrag, van wortel tot stok, van investering tot handhaving. Alleen zo kunnen we verder vooruit.

Vlaamse overheid gaat voluit voor innovatie

Omwille van deze ontwikkelingen houden we als beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) van de Vlaamse overheid innovaties nauw in het oog en zetten we er ook vol op in. Het beleidsdomein omvat meerdere entiteiten: het Departement Mobiliteit en Openbare Werken, het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV), het Agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust (MDK), De Vlaamse Waterweg nv, vervoermaatschappij De Lijn, Lantis, De Werkvennootschap en de Luchthavenontwikkelingsmaatschappij (LOM) Vlaanderen. Alle entiteiten zetten zich samen op een duurzame manier in voor een veilige, vlotte en slimme mobiliteit en voor het geïntegreerd en efficiënt beheren en realiseren van infrastructuur.

Hoe zetten wij in op innovatie? Op de achtergrond door zelf onze dienstverlening verregaand te digitaliseren. Op de voorgrond met de invoering van een vervoerssysteem dat gebruikmaakt van die innovaties: Hoppin. Dat is de naam van de Vlaamse visie op mobiliteit. Met Hoppin zet Vlaanderen in op efficiënter, duurzamer en flexibeler openbaar vervoer voor iedereen. Combimobiliteit staat daarin centraal: het combineren van verschillende vervoermiddelen om vlot een bestemming te bereiken. Vraag en aanbod worden daarvoor op elkaar afgestemd en alle oplossingen voor het openbaar vervoer worden gebundeld onder één herkenbare naam.

Hoppin is dus dé schakel voor het combineren van diverse vervoersmodi. Alternatieve brandstoffen voor personen- en goederenvervoer, meer vervoer van goederen over het water of op onze spoorwegen en onderzoek naar alternatieven. Zaken waarvan je je kan afvragen of ze al niet bestaan. Het is echter vooral in het vlot, makkelijk en comfortabel kunnen overschakelen van het ene vervoersmiddel naar het volgende dat de grote uitdaging ligt. En voor personen is het net daar waar het potentieel van Hoppin ligt.

Sterke samenwerking tussen alle stakeholders

Om dat allemaal te kunnen realiseren, hebben we meer dan ooit nood aan een sterkere samenwerking: overheden en sectororganisaties, studiebureaus en sectoren in de bouw (met hun kennis van de haalbaarheid), het economisch en maatschappelijk weefsel voor de inschatting van de betaalbaarheid en de academische wereld met hun onderzoeksreflex. Zo kunnen we samen onze kostbare ruimte optimaliseren, vanuit een integrale aanpak, over overheden en bevoegdheden heen. 

Samen kunnen we inzetten op duurzaamheid en werken we innovatief en digitaal aan het realiseren van een mental en een modal shift. Maar vooral aan een betere, gezondere en aangenamere mobiliteit.

Mogen we ook op u rekenen om op de kar te springen?      ■

Filip Boelaert,
Secretaris-generaal Departement MOW