Platform over infrastructuur, ruimtelijke inrichting, civiele- en openbare werken
Prefab beton geeft duurzaamheid vorm!
Vincent Kerkstoel, Voorzitter FEBE, de Belgische Federatie van de Betonindustrie

Prefab beton geeft duurzaamheid vorm!

Uiteindelijk wordt nu wel de term ‘bouwshift’ gebezigd, toch blijft een zekere negatieve connotatie hangen. De recente overstromingen, die naast een link met klimaatverandering ook een link met ruimtelijke ordening hebben, versterkten dit beeld misschien nog. Ik leg u graag uit waarom dit volledig onterecht is.

Minder inname van publieke ruimte is het uiteindelijke doel van het ‘Beleidsplan Ruimte Vlaanderen’. Om het eenvoudig te zeggen: er is te veel verharding. Zowel de waterinfiltratie als het ruimtelijke rendement moeten hoger. Daar valt wat voor te zeggen: nergens in Europa is de inname van openbare ruimte zo groot. Vlaanderen bebouwt bijvoorbeeld gemiddeld 6 à 7 hectare per dag en de waterschaarstedreiging is, ondanks die laatstgenoemde overstromingen, bijna een constante.

De idee dat (hemel)water een kostbaar goed is, heeft binnen onze federatie al heel wat in beweging gezet. Prefab-producenten bieden systemen aan die tot een betere waterhuishouding leiden. Denk daarvoor maar aan waterbatterijen, waterdoorlatende bestrating, infiltratiesystemen, … kortom: toepassingen waardoor het water lokaal wordt opgeslagen om vervolgens langzaam in de grond te dringen.

Maar bij extreme regenval volstaan deze maatregelen niet en is er nood aan bijkomende retentie- en afvoercapaciteit. Betonnen buizen met grote diameters vormen in deze noodsituaties de enige oplossing. Naast deze hemelwaterproblematiek komt ook de vaststelling dat het overgrote deel van onze woningen, zo’n 75%, ouder is dan 35 jaar. Wat de isolatiegraad betreft staan we op dezelfde hoogte (of laagte) als de Zuid-Europese landen. Maar liefst 40% van de CO2-uitstoot komt van die verouderde of onaangepaste woningen en gebouwen.

Er is dus nood aan een nieuwbouwgolf waarbij meer mensen op een kleinere ruimte samenwonen, en dat met respect voor biodiversiteit én een minimale milieu-impact. Een ‘verstandige verstedelijking’, zo u wil.

Om het ruimtelijke rendement te doen stijgen, zullen we in de toekomst centraler en dus meer in de hoogte moeten wonen. Beton wordt al eeuwenlang geroemd en toegepast omwille van zijn structurele sterkte, brandveiligheid, robuustheid, levensduur en recycleerbaarheid. Het materiaal zorgde in het verleden voor een ongeziene welvaartsgroei- en verankering. In die zin is (prefab) beton nog altijd onvervangbaar. Bovendien zijn de mogelijkheden van klassiek beton nog steeds niet uitgeput: denk maar aan de betonkernactivering die mogelijk is dankzij de thermische inertie van het materiaal.

Het is dan ook moeilijk voor te stellen dat dit ‘nieuwe wonen’, in zoverre dit betrouwbaar en kwalitatief moet zijn, haalbaar is zonder beton.

In dit ‘nieuwe wonen/bouwen’ doen ook nieuwe concepten en ideeën, alle ten behoeve van duurzaamheid, hun intrede. Bij ‘circulariteit’ ligt de focus op het zo lang mogelijk in de keten houden van grondstoffen. Prefab beton wordt al decennia ontworpen en geproduceerd in functie van monteerbaarheid. Voor veel producenten is het een kleine stap om ook te ontwerpen en produceren in functie van demonteerbaarheid, zodat materialen kunnen worden hergebruikt.

Men kan ook ontwerpen in functie van het hergebruik van een gebouw zelf. Het uitgangspunt is hierbij dat een gebouw aanpasbaar en flexibel moet zijn om zo een volledig nieuwe invulling te kunnen krijgen. Ook in die context is prefab beton moeilijk over het hoofd te zien. Een sterk dragende structuur met grote overspanningen biedt wat dat betreft immers de meeste mogelijkheden.

Momenteel veroorzaakt de productie van cement tussen de 5 en 8% van de wereldwijde CO2-uitstoot, afhankelijk van de bron. De nadruk in de voorgaande zin ligt op momenteel (want ook dat is in beweging) en op cement (want beton is geen cement).

In eerste instantie wordt voor het terugdringen van die CO2-uitstoot, niet geheel onterecht, gekeken naar de cementsector zelf. Die leverde al heel wat inspanningen om te vergroenen, denk bijvoorbeeld aan het gebruik van alternatieve brandstoffen, het omzetten van afval in reactieve minerale additieven of het capteren van de bij klinkerproductie vrijgekomen CO2. Die CO2 kan vervolgens worden gebruikt als basisgrondstof voor chemicaliën, synthetische brandstoffen, bouwmaterialen en vele andere toepassingen. De cementsector staat dus wat dat betreft niet stil.

Daarnaast doen nieuwe betonrecepturen (geheel of gedeeltelijk op basis van geopolymeren) en nieuwe productiemethodes (waarbij de latente eigenschappen van cement worden geactiveerd) hun intrede. Alle zorgen ze voor een significante vermindering van de CO2-uitstoot. Toch mag men de klimaatdiscussie niet verwarren met de milieudiscussie. Van iedere CO2-verminderende maatregel moet ook onderzocht worden wat de milieu-impact is. Deze mogen immers niet leiden tot meer vervuiling. Bovendien moet men, naast klimaatmitigatie (waarbij men de klimaatverandering tracht terug te draaien), ook oog hebben voor klimaatadaptatie (waarbij men de maatschappij aanpast in functie van diezelfde verandering). Dat laatste principe wordt ook in het ecomodernisme omarmd, en de noodzaak ervan werd helaas nogmaals duidelijk door de recente natuurramp. In die zin ben ik er van overtuigd dat (prefab) beton in de toekomst een cruciale partner zal blijven.

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details

Kunnen we je helpen met zoeken?

Bekijk alle resultaten